Wie het over verhalen heeft, moet rekening houden met wat ik de heilige drievuldigheid, noem. Ethos, pathos en logos.
Ethos slaat op de geloofwaardigheid van de bron, de juistheid van de beweringen, van je verhaal. Het doet ertoe wie het verhaal vertelt. Alles moet kloppen om die transfer mogelijk te maken, die essentieel is. De verhalenverteller gebruikt uiteindelijk het verhaal om zijn publiek te manipuleren. Hij wil ze ontroeren, opstandig krijgen, meeslepen. Het publiek moet dus overtuigd zijn van de oprechtheid, de echtheid.
Hier komt ook het krachtigste wapen van de verhalenverteller om de hoek kijken. ‘Willing suspension of disbelief’. Datgene waardoor het publiek zich overgeeft aan de verhaallijn. Ik wil als publiek wel meegenomen worden in het verhaal, maar alleen als ik vertrouwen heb in de verteller. Als hij mijn verwachtingen maar kan waarmaken.
Daarnaast heb je ook nog de pathos, de gloed die aan je betoog toegevoegd wordt. Het gaat dan over overtuigingskracht, argumenten, emotionaliteit en hoe je die in je verhaal overbrengt. Al te vaak merk ik dat men vergeet dat het over informatie overdracht gaat. Wie daar in thuis is, weet dat het over verschillende aspecten gaat.
Informatie overbrengen, aanzetten tot actie, een relatie versterken en een expressie overbrengen. De gradaties liggen voor elk type communicatie anders. Bij storytelling is die expressie en dat relationele cruciaal. Hoe verpak ik informatie op een manier die de andere partij boeiend vindt en geloofwaardig.
Het derde aspect de logos, de woordjes, de manier van formuleren, van vertellen. Naast woorden gaat het hier ook over structuur, over coherentie. Het hoeven ook niet per se woordjes te zijn, ook bij beelden, geluid, en film kun je je iets voorstellen, worden zaken aanschouwelijk gemaakt. Uiteraard geldt hier dat wie maar over een beperkte woordenschat, een beperkte verbeelding, een beperkte creativiteit beschikt, snel zal vervelen.
Omgekeerd ook. Wie denkt dat het constant verfraaien, opsmukken en gebruik maken van gezwollen beschrijvingen iets te maken heeft met literair talent en vertelkunst heeft het ook mis.
Verhalen zijn gebaat bij eenvoud, bij juistheid en directheid. Anders wordt het literatuur, en dat is een andere oefening.